Soort | Waarde |
---|---|
Titel | 19451004 H.J. Mestrum Engelandvaarder Verhoor PBD (Politie-Buitendienst) |
Auteur | PBD Politie-buitendienst / engelandvaarders-1940-1945 |
Datum | 10-04-1945 |
Verzameling | 2.09.06 Inventaris van het archief van het Ministerie van Justitie te Londen, (1936) 1940-1945 (1953) |
Personen |
---|
Hendrikus Josephus (Jan) Mestrum |
Transcriptie 19451004 Verhoor van Mestrum Hendrikus Josephus: POLITIE BUITENDIENST DEPARTEMENT VAN JUSTITIE (Gezinssamenstelling, zie document) Na het verlaten van de Lagere School in 1935 heb ik tot eind 1935 gewerkt bij een fabriek van Dakpannen, eigen de Valk. In Februari 1936 ben ik gaan werken in de Staatsmijn “Maurits” te Lutterade. Eerst heb ik bovengrondsch gewerkt en heb een mijncursus gevolgd. In 1938 werd in in de mijn zelf tewerk gesteld als machinist en sleeper. Tot 15 Augustus heb ik bij de “Maurist” gewerkt. In deze maand werd ik voor het mijnwerk afgekeurd. Eind Augustus 1943 werd ik te Susteren aangehouden door VERHOEVEN, een N.S.B. agent van politie. Deze bracht mij geboeid naar Den Haag. Hier werd ik gebracht naar de S.D. in het Huis van Bewaring. Deze heeft mij ondervraagd en dat ik beloofd had in Duitschland te gaan werken werd ik vrij gelaten. Ik ben toen naar huis gegaan en ben ondergedoken. Ik ontmoette mijn vriend PIET DE VET, Wij spraken af om een boot te nemen bij een of ander firma om zoodoende uit te kunnen wijken naar Zweden. Ik monsterde aan bij de Hanziatische Reederij en werd als kok matroos geplaatst op de “MEMPHIS”. Met deze boot heb ik een reis naar Hamburg gemaakt en daarna een reis naar Noorwegen. In Noorwegen ben ik geweest in de havens: Narvik, Larvik, Oslo en Svolvair. 1 Mei 1944 was ik weer terug met deze boot in Duitschland. Vanuit Cuxhafen heb ik een reis gemaakt naar Riga. Hierna terug naar Delfzijl en hier verlof gekregen. Ik ben zes dagen thuis geweest en daar weer terug gegaan naar Delfzijl omdat ik wist dat de volgende reis van de boot in de richting van Zweden zou gaan. Begin Juni 1944 ben ik vanuit Delfzijl vertrokken maar kwam niet verder dan Embden in verband met de vele luchtaanvallen, July 1944 ben ik vanuit Embden ver -trokken naar Hamburg. Daar werd de boot opgenomen voor reparatie en werd ik naar Lubeck gezonden en geplaatst op de “Simon van Utrecht”. Ik ben evenwel niet naar deze boot gegaan maar hen mij na een paar weken aangemonsterd op een Fransche boot en wel de “Sevre”. Ik werd Ziek en werd in een hospitaal opgenomen. Toen ik beter was, was de “Sevre” reeds vertrokken en werd ik geplaatst op de ‘STRASSBOURG” als stoker. Dit was ongeveer in November 1944. Deze boot lag te Aarhuis. Eerst heb ik een reis gemaakt naar Lubeck en daarna naar Gotenburg. Piet de Vet was op dezelfde boot. Wij zijn hier van boord weg geloopen en hebben ons gemeld bij de politie. Hier werd ik ver- hoord en naar Rosoga gezonden. Na verhoord te zijn door een vertegenwoo-- woordiger van den Consul ben ik tewerkgesteld in de mijn “Malmrosch” te Billeshorm. Hier heb ik gewerkt tot 9 Maart 1945. Op 14 Maart 1945 ben ik door bemiddeling van den Nederlandschen Consul te Zweden per vliegtuig vertrokken en ben op 15 Maart 1945 in Engeland aange- komen om dienst te nemen bij de Marine. politiek Onbetrouwbaren: VERHOEVEN. Agent van Politie te Susteren, N.S.B.’er. MENSIEURS. Limonade handelaar te Echt. v.SITTEREN, en v.d. WINKEL, beide wonende te Echt. Alg, Indruk: Gunstig. m.i. politiek betrouwbaar. London, 10 April 1945 De Sergeant: (Greefhorst.J.E.) |
Inventarisnummer 7662 Mestrum, H.J. [7700] 1945 Bestandsnaam NL-HaNA_2.09.06_7662_0000 |
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.09.06/invnr/7662/file/NL-HaNA_2.09.06_7662_0000 |
Transcriptie 19451004 Verhoor van Mestrum Hendrikus Josephus: POLITIE BUITENDIENST DEPARTEMENT VAN JUSTITIE (Gezinssamenstelling, zie document) Na het verlaten van de Lagere School in 1935 heb ik tot eind 1935 gewerkt bij een fabriek van Dakpannen, eigen de Valk. In Februari 1936 ben ik gaan werken in de Staatsmijn “Maurits” te Lutterade. Eerst heb ik bovengrondsch gewerkt en heb een mijncursus gevolgd. In 1938 werd in in de mijn zelf tewerk gesteld als machinist en sleeper. Tot 15 Augustus heb ik bij de “Maurist” gewerkt. In deze maand werd ik voor het mijnwerk afgekeurd. Eind Augustus 1943 werd ik te Susteren aangehouden door VERHOEVEN, een N.S.B. agent van politie. Deze bracht mij geboeid naar Den Haag. Hier werd ik gebracht naar de S.D. in het Huis van Bewaring. Deze heeft mij ondervraagd en dat ik beloofd had in Duitschland te gaan werken werd ik vrij gelaten. Ik ben toen naar huis gegaan en ben ondergedoken. Ik ontmoette mijn vriend PIET DE VET, Wij spraken af om een boot te nemen bij een of ander firma om zoodoende uit te kunnen wijken naar Zweden. Ik monsterde aan bij de Hanziatische Reederij en werd als kok matroos geplaatst op de “MEMPHIS”. Met deze boot heb ik een reis naar Hamburg gemaakt en daarna een reis naar Noorwegen. In Noorwegen ben ik geweest in de havens: Narvik, Larvik, Oslo en Svolvair. 1 Mei 1944 was ik weer terug met deze boot in Duitschland. Vanuit Cuxhafen heb ik een reis gemaakt naar Riga. Hierna terug naar Delfzijl en hier verlof gekregen. Ik ben zes dagen thuis geweest en daar weer terug gegaan naar Delfzijl omdat ik wist dat de volgende reis van de boot in de richting van Zweden zou gaan. Begin Juni 1944 ben ik vanuit Delfzijl vertrokken maar kwam niet verder dan Embden in verband met de vele luchtaanvallen, July 1944 ben ik vanuit Embden ver -trokken naar Hamburg. Daar werd de boot opgenomen voor reparatie en werd ik naar Lubeck gezonden en geplaatst op de “Simon van Utrecht”. Ik ben evenwel niet naar deze boot gegaan maar hen mij na een paar weken aangemonsterd op een Fransche boot en wel de “Sevre”. Ik werd Ziek en werd in een hospitaal opgenomen. Toen ik beter was, was de “Sevre” reeds vertrokken en werd ik geplaatst op de ‘STRASSBOURG” als stoker. Dit was ongeveer in November 1944. Deze boot lag te Aarhuis. Eerst heb ik een reis gemaakt naar Lubeck en daarna naar Gotenburg. Piet de Vet was op dezelfde boot. Wij zijn hier van boord weg geloopen en hebben ons gemeld bij de politie. Hier werd ik ver- hoord en naar Rosoga gezonden. Na verhoord te zijn door een vertegenwoo-- woordiger van den Consul ben ik tewerkgesteld in de mijn “Malmrosch” te Billeshorm. Hier heb ik gewerkt tot 9 Maart 1945. Op 14 Maart 1945 ben ik door bemiddeling van den Nederlandschen Consul te Zweden per vliegtuig vertrokken en ben op 15 Maart 1945 in Engeland aange- komen om dienst te nemen bij de Marine. politiek Onbetrouwbaren: VERHOEVEN. Agent van Politie te Susteren, N.S.B.’er. MENSIEURS. Limonade handelaar te Echt. v.SITTEREN, en v.d. WINKEL, beide wonende te Echt. Alg, Indruk: Gunstig. m.i. politiek betrouwbaar. London, 10 April 1945 De Sergeant: (Greefhorst.J.E.) |